Altijd actueel

Nieuws
Partner voert activiteiten uit, geen ondernemerschap voor btw

Een vrouw die formeel als ondernemer staat ingeschreven, maar waarbij haar partner alle activiteiten uitvoert, is geen ondernemer voor de btw en heeft geen recht op vooraftrek.

Een arts, woonachtig in het buitenland, staat sinds 2011 ingeschreven als eenmanszaak en is daarnaast maat in een medische maatschap. In 2015 breidt zij haar inschrijving uit met een handelsnaam voor een bedrijf dat zich richt op de ontwikkeling van landbouwmachines voor de farmaceutische industrie. Haar partner wordt als gevolmachtigde ingeschreven. Zij vraagt in haar aangiften btw-teruggaven aan, onder meer voor de bouw van een oogstmachine. Naar aanleiding van een opvallende factuur wordt een boekenonderzoek ingesteld. Uit verklaringen blijkt dat haar partner alle zakelijke contacten, administratieve en fiscale werkzaamheden verricht en het patent op de oogstmachine op zijn naam staat. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op, die na bezwaar wordt verminderd. De vrouw stelt in beroep dat zij het ondernemersrisico heeft gedragen en betrokken was bij de ontwikkeling en verkoop van de machine.

Niet aannemelijk dat vrouw zelfstandig activiteiten verricht Het hof bevestigt het oordeel van de rechtbank dat de vrouw niet zelfstandig economische activiteiten heeft verricht onder de handelsnaam van het bedrijf. Doorslaggevend is dat haar partner het octrooi bezit, alle zakelijke contacten onderhield en de administratie voerde. De vrouw heeft geen bewijs geleverd van eigen betrokkenheid bij contracten of transacties. Enkel het dragen van financieel risico is onvoldoende voor btw-ondernemerschap. Ook het feit dat zij betalingen heeft gedaan of dat facturen op de bedrijfsnaam staan, maakt haar niet tot ondernemer voor de btw. De naheffingsaanslag blijft daarom in stand.

Bron: hof Amsterdam 11-02-25 (gepubl. 28-05-25).


Bekijk ook