Altijd actueel

Nieuws
Grens van € 2.400 als ‘veilige haven’ binnen de WKR

Het aanwijzen van vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen van in totaal maximaal € 2.400 als eindheffingsbestanddeel beschouwt de Belastingdienst als gebruikelijk. Deze grens geeft aan tot welk bedrag de fiscus geen actie onderneemt, zo licht de Kennisgroep van de Belastingdienst toe.

Een werkgever is in principe vrij om de keuze te maken om belaste vergoedingen en verstrekkingen als loon bij de werknemers of als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) te verwerken. Maar om ervoor te zorgen dat het gebruik van de vrije ruimte binnen de grenzen van de redelijkheid blijft, is de gebruikelijkheidstoets in het leven geroepen. Deze toets houdt in dat de vergoedingen en verstrekkingen die als eindheffingsloon worden aangewezen niet meer dan 30% mogen afwijken van wat gebruikelijk is in vergelijkbare omstandigheden. Alles wat boven die 30% uitkomt, is loon voor de werknemer.

Doelmatigheidsgrens van maximaal € 2.400

Maar er is ook de doelmatigheidsgrens: vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van maximaal € 2.400 per persoon per jaar beschouwt de fiscus als gebruikelijk. De Kennisgroep loonheffingen algemeen  gaf onlangs aan dat deze doelmatigheidsgrens is bedoeld als ‘veilige haven’ en lichtte deze toe.

De doelmatigheidsgrens speelt geen rol zolang de aanwijzing van een vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling voldoet aan de gebruikelijkheidstoets. Dan is immers geen twijfel over de gebruikelijkheid. En ook als er sprake is van een gerichte vrijstelling is de gebruikelijkheidstoets niet aan de orde, omdat het aanwijzen van zulke vergoedingen en verstrekkingen altijd gebruikelijk is. Ook dan wordt de € 2.400 dus niet aangeroerd.

Eindejaarsuitkering van € 2.100 aanwijzen als eindheffingsbestanddeel

In het gepubliceerde standpunt geeft de Kennisgroep vier voorbeelden. Bijvoorbeeld als een werkgever meerdere vergoedingen en verstrekkingen aan een werknemer heeft aangewezen als eindheffingsbestanddeel. Het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen is € 2.000. De aanwijzing van deze vergoedingen en verstrekkingen voldoet aan de gebruikelijkheidstoets. Daarnaast wil de werkgever de eindejaarsuitkering van € 2.100 aanwijzen als eindheffingsbestanddeel.

In dit voorbeeld is de doelmatigheidsgrens niet aan de orde voor het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen (€ 2.000), omdat de aanwijzing voldoet aan de gebruikelijkheidstoets. Voor de eindejaarsuitkering (€ 2.100) kan de werkgever een beroep doen op de doelmatigheidsgrens. Omdat hij hiervan nog geen gebruik heeft gemaakt, mag hij de eindejaarsuitkering in zijn geheel aanwijzen als eindheffingsbestanddeel.

Bron: Rendement Online


Bekijk ook