Bij de laatste BTW-aangifte over het jaar 2023 is het extra opletten geblazen. In die aangifte moeten ondernemers namelijk een aantal specifieke correcties meenemen, zoals voor het privégebruik van de auto van de zaak. Waar moeten BTW-ondernemers zoal op letten?
De BTW-aangifte moet uiterlijk een maand na afloop van een tijdvak ingediend en betaald zijn. De laatste BTW-aangifte én -betaling over 2023 - dus over het vierde kwartaal van 2023 of over december 2023, afhankelijk van het tijdvak - moeten dus uiterlijk 31 januari 2024 binnen zijn bij de Belastingdienst. De laatste BTW-aangifte over een jaar is ook het moment dat de ondernemer verplicht een aantal correcties moet meenemen. Blijven de correcties uit, dan kan de Belastingdienst uiteindelijk een boete opleggen.
Correctie voor privégebruik ondernemer
Allereerst gaat het om een correctie voor privégebruik door de ondernemer. Onttrekt de BTW-ondernemer goederen en diensten voor eigen privédoeleinden aan de onderneming, dan is er sprake van privégebruik. Voor dat deel mag de ondernemer de BTW niet aftrekken. Is dat eerder wel gebeurd, dan moet er dus een correctie plaatsvinden in de BTW-aangifte.
BTW-correcties vanwege het BUA
Daarnaast zijn er correcties in het kader van het 'besluit uitsluiting aftrek van voorbelasting' (BUA). Door dit besluit mag de ondernemer voor onder meer personeelsvoorzieningen, relatiegeschenken en andere giften de BTW in principe niet aftrekken. Bij personeelsvoorzieningen gaat het bijvoorbeeld om kerstpakketten of bedrijfsfitness. Hiervoor betaalde BTW is dus volgens de hoofdregel niet aftrekbaar, maar voor het BUA geldt wel een drempel van € 227. Blijft een ondernemer in een jaar onder die drempel, dan is de BTW wél volledig aftrekbaar. Anders moet de onderneming alle BTW afdragen. De laatste aangifte over een jaar is dus het moment om te bezien of de onderneming onder of boven de drempel zit. Bij een overschrijding moet de onderneming een correctie doorvoeren, want dan is er eerder dus eigenlijk te veel BTW afgetrokken.
Privégebruik auto van de zaak corrigeren
Ondernemers met een auto van de zaak die zij ook privé gebruiken, moeten daarvoor ook nog een correctie doen in de BTW-aangifte. Want voor het deel dat de auto niet zakelijk is gebruikt, bestaat er geen recht op BTW-aftrek. Dat moet rechtgetrokken worden in de laatste aangifte over een jaar. Daarvoor zijn er twee opties. Ten eerste kan de ondernemer kan het precieze privégebruik aantonen met een rittenregistratie. Als die er niet is, en de ondernemer betaalt ook geen zakelijke vergoeding voor het privégebruik, dan geldt de tweede optie: een forfaitaire regeling (rekentool). Die houdt in dat de ondernemer standaard 2,7% over de cataloguswaarde van de auto (inclusief BTW en BPM) als BTW moet afdragen. Is er bij de aanschaf van de auto geen BTW afgetrokken, dan moet de ondernemer een forfaitaire bijtelling van 1,5% hanteren.
Bron: Rendement Online